Jacob David Turksma is later getrouwd met Rosette Benninga en bleef wonen in de Kerkstraat. Zij hebben drie kinderen
gekregen, Betsie, David en Simon.
David, Betsie en Simon.
Zijn broer Mozes David Turksma trouwde met Rosettes zuster Betje Benninga en ging wonen op de stationsweg. Zij kregen een
dochter genaamd Dora (Doortje).
Dora Turksma (Foto eigendom van Wim Bloemendaal)
"Mijn moeder is Grietje van den Burg uit Ureterp (2e van rechts), zij is van 1921 en woonde op Selmien (West).
De twee jongens komen uit Den Haag, namen weet ik niet of het heeft met sport te maken???
Rechts op de foto is Doortje (Dora) turksma.
Misschien kent mijn moeder Doortje van de huishoudschool? Ik weet het niet zeker.
In de oorlog leverde ze (stiekem) wel melk aan mensen in Drachten o.a. aan Ritske Numan."
(Foto en tekst van Roel v.d. Brug, zoon van Grietje van den Burg)
plm. 1939.
David en Simon waren leerlingen aan de R.H.B.S., ze zaten respectievelijk in de 4e en de 2e klas. Openbaar onderwijs
voor Joden was al voor de invoering van de ster (vanaf 3 mei 1942 moest elke Jood een gele ster dragen) verboden,
Simon en David gingen met de tram naar Leeuwarden om daar nog een tijd naar een speciale joodse school voor hoger
onderwijs te gaan.
David en Simon Turksma.
Na het zich laten registreren als Jood was eigenlijk het vonnis van de familie getekend. David moest zich als oudste
zoon het eerst melden, hij werd via Westerbork naar Duitsland afgevoerd. De overige gezins- en familieleden volgden
spoedig.
Zowel Mozes, zijn vrouw Betje en hun dochter Dora alsmede Jacob met zijn vrouw Rosette, hun zoon Simon en hun dochter
Betsie die inmiddels getrouwd was met Noach Nok, en bloedverwanten Lini Goldsteen, Izaak Scholten en Mozes Blok werden
weggevoerd. In de Duitse vernietigingskampen Auschwitz en Sobibor zijn ze om het leven gekomen...
Mozes en Jacob lieten verscheidene panden na, waaronder woonhuizen, winkels en pakhuizen aan o.a. de Kerkstraat, het
Moleneind en de Noordkade.
In 1955 werd in het toenmalig hotel De Phoenix de erfenis verdeeld. In de akte die werd voorgelezen schoof de erfenis
van de een naar de ander, helaas was er niemand om de erfenis in ontvangst te nemen, Allen waren overleden in de
concentratiekampen...
Het onderstaand gedicht is geschreven door Nel Heikens ter nagedachtenis aan David en Simon Turksma. Het
gedicht is niet overeenkomstig de werkelijkheid; de familie Turksma werd vanaf huis gehaald, de weergave moet dus
gezien worden als dichterlijke vrijheid.
De klas was rustig, ernstig werd gewerkt
Aan algebra vol plussen en vol minnen
En in de verte klonk de torenklok der kerk,
De deur sloeg open en zij kwamen binnen.
Wij keken op: wat kwamen zij ons storen?
Zij spraken niet en bleven staan voor 't bord.
De leraar, achterin, kwam strak naar voren
en hief zijn arm, haast onwaarneembaar kort.
Zij wezen naar de derde bank in 't midden,
Een onverbiddelijk en onontkombaar wijzen.
"Mijn God" klonk fluisterend, het was als bidden.
En één van ons zei binnensmonds toen "Scheisse".
Voorzichtig stond hij op, pakte zijn tas.
Ging rustig met de mannen mee naar buiten.
Een onaards zwijgen heerste verder in de klas,
De stilte leek ons allen in te sluiten.
Wij zaten daar, wij keken en wij zwegen,
Hij en zijn broer, hun laatste reis was toen.
Zij reisden langs onmetelijke wegen,
Zij waren twee, slechts twee, uit zes miljoen
Een kolom uit de krant van 20 maart 1946. Het gaat hier over uitspraken van het tribunaal aangaande o.a.
misdrijven begaan in de tweede wereldoorlog. Het laatste stuk van de tekst gaat over het pand,
van de familie Turksma, aan de Kerkstraat........