Moleneind, Lijempf, plm. 1965 [Hoofd-afbeelding 92 van 340]  :: Ga naar  


Naast het fabriceren van nieuwe produkten stond bij de Lijempf specialisatie voorop. Dit hield in dat niet in alle fabrieken dezelfde produkten werden gemaakt. In de ene fabriek werd vooral boter en kaas geproduceerd terwijl in de andere men zich meer toelegde op alleen gecondenseerde melk.

Zo werd in Drachten in 1914 begonnen met het produceren van verstuivingpoeder.


De eerste Nederlandse verstuivings installatie, 1914

In een verstuivingsinstallatie wordt, nadat er door een behandeling al veel vocht is ontrokken aan melk, het overgebleven produkt wordt omgeven door hete, droge lucht die het water onttrekt. Als restant, oftwel eindprodukt, hou je melkpoeder over.

(het gehele proces is wel ergens op internet terug te vinden.....)


Bij de Lijempf werd er wel scherp op toegekeken dat de ondernemingen die deel uitmaakten van de groep wel rendabel waren. Werd er verlies geleden of waren ze niet groot genoeg dan werden ze zonder pardon gesloten. Zo werd in 1931 het bedrijf in Suameer gesloten. De melkontvangst van deze fabriek werd overgenomen door de vestiging in Drachten.


Kaasmakerij in de Lijempf fabriek plm. 1920



In 1937, bij het 25-jarig bestaan, waren er 13 vestigingen. In die tijd werd er jaarlijks door de Leijmpf-fabrieken ruim 120 miljoen kilo melk verwerkt.

Binnen de Lijempf was er natuurlijk, ook mede namens de aandeelhouders, het belang van marktvergroting , door o.a. te kijken naar het buitenland.
In het begin werden voormamelijk de pijlen gericht op Engeland, dit vanwege het feit dat Engeland sinds jaar en dag een belangrijk afzetgebied voor Nederlandse, en zeker voor de Friese, zuivelprodukten was.
Zo werd er in 1914 al een verkoopkantoor in Londen opgericht welke later onder de naam Lijempf London verder ging.
Omstreeks 1925 waren er al meerdere agenten van het bedrijf in het buitenland actief, zowel binnen als buiten Europa.



1950


1950


1950


1950



In 1952, bij het 40-jarig bestaan, behoorden er 19 fabrieken tot het Lijempf-concern waar inmiddels 2000 mensen in dienst waren.

Helaas ging het na 1952 snel bergafwaarts met Lijempf waardoor de ene na de andere reorganisatie werd doorgevoerd.

Er waren meerdere oorzaken voor de teloorgang van Lijempf: De concurrentie (de coöperatieve zuivelbedrijven) zat niet stil, deze maakte een explosieve groei door. Een ander bijkomende oorzaak was dat de aandeelhouders van Lijempf meer op de centen zaten en niet bereid waren om de nodige investeringen, voor o.a. nieuwe machinerie, te doen.
Dit had tot gevolg dat de Lijempf snel zijn sterke positie kwijt raakte en er reeds in 1955 grootscheeps gereorganiseerd moest worden. Er werd een aanzienlijk aantal bedrijven verkocht aan o.a. de Condensfabriek in Leeuwarden en de DOMO in Beilen (beiden waren coöperaties.)

In 1970 werd een reorganisatie doorgevoerd waarbij de contractenmet de melkleveranciers uit Friesland en Groningen werd beëindigd, tevens werden in hetzelfde jaar de fabrieken in Briltil, Doezum, Tolbert, Winsum en Drachten overgedragen aan de DOMO in Beilen.
De fabriek in Drachten is in april 1970 gestopt met melkverwerken en is niet zolang daarna definitief gesloten.

In 1973 werd de NV Lijempf overgenomen door de Koninklijke Wessanen NV in Wormerveer. De gehele productieafdeling werd in Kampen geconcentreerd en verdween hiermee dus ook uit Leeuwarden. In Leeuwarden werd in 1978 een bedrijf neergezet welke zich bezighield met het verpakken van produkten die in de fabriek in Kampen werden gemaakt alsmede ook produkten van andere bedrijven. In 1987 werden de administraties van Leeuwarden en Kampen samengevoegd in de vestiging in Kampen. In 1989 werd de naam veranderd in Lyempf BV.

In 1993 werd Lyempf BV overgenomen door Nutricia (nu (2016) Koninklijke Numico), en is inmiddels (in 2004) weer doorverkocht.
In 1995 werd het Leeuwarder verpakkingsbedrijf verkocht en ging dit bedrijf door als zelfstandige onderneming met een nieuwe naam: Lypack.




Automatische monsternemer, mei 1952.


Automatische monsternemer, mei 1952.


Automatische monsternemer, mei 1952.


Automatische monsternemer, mei 1952.


De kaasmakerij, wrongelbereiding, plm. 1952


De kaasmakerij, wrongelbereiding, plm. 1952


Melkberging, plm. 1952


Melkontvangst, plm. 1952


Kast met melkmonsters, november 1952


Waslokaal, mei 1952



Melkontvangst, 15 augustus 1967


Melkontvangst, 15 augustus 1967


Monsternemer, 15 augustus 1967


Basculebak, 15 augustus 1967


Gedeeltelijke sloop van de fabriek in 1972.
De 36 meter hoge schoorsteenpijp is op 5 december 1972 d.m.v. dynamiet neergehaald.

Bron: Leeuwarder Courant, 6-12-1972.
De fabriek vlak voor de definitieve sloop in oktober 1974.

Het vervallen pand was verkocht aan de ontwikkelingsmaatschappij Haemstede BV. Dit bedrijf heeft daarna op deze plek een aantal winkelpanden (met daarboven enkele woonlagen) gebouwd.

Bron: Leeuwarder Courant, 16-10-1974.

  Vorige hoofd-afbeelding      Overzichtspagina      Volgende hoofd-afbeelding